Stripverhalen

stripverhalenDiverse auteurs
ISBN 9789086600239
Prijs € 11,95
Verschenen 29-2-2012

Een strip is eigenlijk veel meer dan alleen maar een verhaal en tekeningen. Het is ook een echte cultuur en ook een echte kunstvorm. Niet voor niets worden strips ook wel de ‘negende kunst’ genoemd. Dat is een hele grote erkenning van het stripverhaal. En strips zijn universeel, wereldwijd worden er strips gemaakt. In dit boekje gaan we de strip ontdekken. Wat is de geschiedenis van de strip, hoe is de strip in het verleden ontstaan? Welke soorten strips zijn er? Hoe wordt een strip eigenlijk gemaakt? En waarom zijn de strips van tegenwoordig heel anders dan die van jaren geleden? Al deze zaken en nog veel meer worden besproken in dit boekje.

Auteur: Arno van Dijk

 

 


Recensie NBD/Biblion

Stripverhalen zijn al heel oud. Al in de prehistorie werden rotstekeningen gemaakt die als voorloper van de huidige strip gezien kunnen worden. In de achttiende eeuw verscheen in Zwitserland het eerste echte stripverhaal. Hoe wordt zo’n verhaal gemaakt, welke genres zijn er, hoe wordt een strip een tekenfilm of omgekeerd? In dit boekje, gericht op scholieren, komt dit allemaal aan bod. Bovendien wordt er ingegaan op de invloed van de computertechnologie op de strip. Achterin vinden we een begrippenlijst en bronvermelding met verwijzingen naar websites. Heel informatief, maar qua opmaak erg saai. De schrijver geeft aan dat vanwege copyright geen plaatjes uit beroemde strips getoond kunnen worden. Begrijpelijk, maar misschien was het mogelijk geweest om dan zelf een illustrator aan te trekken? Wel zijn er enige andere kleurenillustraties opgenomen. Kortom, de informatie is prima, maar het uiterlijk van het boekje maakt het niet echt aantrekkelijk voor de doelgroep. Maakt deel uit van de omvangrijke ‘WWW-reeks’. Vanaf ca. 12 jaar. – B. Handgraaf


Recensie op Stripster.eu

Binnen de bekende WWW-reeks (Wij willen weten) is nummer 29 gewijd aan de “negende kunst”: Stripverhalen. Maar laten we vanaf het begin eerlijk en vooral duidelijk zijn: Er bestaat geen echte methode om striptekenaar of stripscenarist te worden. Het zoeken naar de heilige Graal is een Sisifus onderneming.

Het boekje Stripverhalen van Arno van Dijk begint met “De geschiedenis van het stripverhaal” in vogelvlucht: Vanaf de oude Egyptenaren tot de betekenis van striptekenaar in onze XXIste eeuw. Verder aandacht o.a. aan de Grafische roman, de Historische strip en Manga. De nieuwsgierige (jonge) lezer krijgt een duidelijk overzicht van allerlei stripgenres. Op een speelse en vlotte wijze beschrijft Arno van Dijk verder enkele belangrijke aspecten over striptekenen en het stripverhaal: Hoe wordt een strip gemaakt (van idee tot drukkerij, distributeurs, stripspeciaalzaken via documentatie en potloodversie); maar ook aandacht voor de inktversie, de inkleuring en het letteren), Merchandise, Beurzen, festivals en de rol van de strip in de maatschappij. Een Begrippenlijst (met betekenis van begrippen en woorden die in de tekst schuin gedrukt staan zoals Auteursrecht, Bedrijfslogo, Cliffhanger, Colorist, Distributeur, Plot, Scenario, Storyboard…), Bronvermelding en Meer weten…? (aanvullende informatie over boeken over striptekenen en websites) sluiten het boek af.
Tevens durft de auteur hier en daar interessante vragen en/of kritische opmerkingen te maken die zeker een reflexie waardig zijn. Enkele voorbeelden:
-Naar aanleiding van de heroprichting van het blad Eppo, vraagt de auteur zich af of deze onderneming “voldoende is om ook de jongere generatie te blijven boeien, want blijkbaar draait dit blad alleen op de roem en inbreng van auteurs die bekend en geliefd waren in de jaren 70 en 80”.
-De omzetting van strip naar tekenfilm en/of film of omgekeerd is vaak gedoemd tot mislukken want het idee “achter zo’n omzetting is dat het alleen maar wordt gedaan om nog meer geld te kunnen verdienen”.
-Meestal is een afgeleide serie (een spin off; een term trouwens die ik in Begrippenlijst mis…) “veel slechter van kwaliteit dan de hoofdserie”. Als voorbeeld noemt de schrijver Schanulleke, het popje van Wiske.
-Om een bepaald niveau van succes te handhaven koppelen sommige stripseries “niet ter zake doende verhaallijnen aan, zoals in het geval van de thrillerreeks XIII”.
Genoeg material dus om erover na te denken en te praten. Stripverhalen is een vlot geschreven boekje over een onderwerp die ons hier allen nauw aan het hart ligt: Stripverhalen! Je kunt merken dat Arno van Dijk kennis van zaken heeft en het boek met plezier en harstocht heeft geschreven. Tevens kun je fragmenten uit zijn stripreeks Faith McKeon bewonderen die als illustratiemateriaal in het boek zijn opgenomen. Kortom, als tiener zou ik na het lezen van dit bijna 80 tellend boekje meteen striptekenaar en/of stripscenarist willen worden!
De heilige Graal bestaat niet maar Stripverhalen van Arno van Dijk is denk ik een goede aanzet voor velen om een stap in de goede richting te zetten. Immers, een reis van 1000 stappen begint met de eerste stap.
Santiago Martín