Tegenstelling

Boek Leesfragment Recensies

Leesfragment

Roos had de zware tas met de andere boeken die ze geleend had naar binnengesleept en was ze één voor één aan het bespreken. ‘Deze gaat over een hondje. En deze over poesjes. Diederik wil geen dierendokter worden, wist je dat, Nina? Ik vind dat wel jammer. Misschien word ik later wel dierendokter.’
‘Dat is een goed plan.’
‘Maar dan moet ik eerst heel lang naar school, zegt Diederik.’
‘Dat klopt.’
‘En ik moet heel goed mijn best doen.’
‘Dat klopt ook.’
‘Maar ik wil ook trouwen. Wil jij ook trouwen? Met wie dan?’
Nina keek Roos verbaasd aan. Wat moest ze hier nu weer mee? Ze herinnerde zich dat Renske al had gezegd dat Roos geobsedeerd was door bruiloften. Diederik deed alsof hij verdiept was in één van de prentenboekjes van zijn dochter, maar ze kon aan zijn houding zien dat hij meeluisterde.
‘Ik ga niet trouwen. Voorlopig niet.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat ik geen vriendje heb.’
‘Ik wel. Pepijn is mijn vriendje. Als ik groot ben ga ik met hem trouwen. En Peter is mama’s vriendje. Ze gaan over een tijdje trouwen. Oom Marco is het vriendje van tante Sofie. Die zijn al heel lang getrouwd. Alleen Diederik is nog niet getrouwd. Misschien wil hij jouw vriendje zijn.’
Nina keek naar Diederik, maar die boog zich alleen nog maar dieper over het boek in zijn handen. Waarom zei hij niets? Het was zijn dochter. Zou het niet normaler zijn als hij Roos met een grapje van het onderwerp afleidde? Maar dat was hij duidelijk niet van plan. Was dit bedoeld om haar te plagen? Maar dan zou hij haar toch aankijken en lachen of zoiets? Of zag ze dat weer verkeerd? Ze wist dat ze soms moeite had met dit soort situaties. Op de een of andere manier vatte ze dingen vaak veel te letterlijk op. Maar in dit geval was het toch anders? Lag het aan haar of lag het aan hem? Ze besefte dat ze er toch niet uit zou komen, dus glimlachte ze en zei luchtig: ‘Misschien wel. Maar voorlopig heb ik het te druk voor een vriendje. Ik moet voor de baby’s zorgen en voor jou.’
‘Dat doet mama toch ook? En mama gaat wel trouwen.’
‘Ik kan niet zoveel tegelijk als jouw mama, denk ik.’
Nu keek Diederik wel op, maar hij zei nog steeds niets. Nina slikte een zucht in. Waarom hielp hij nou niet even? Maar dat was blijkbaar te veel gevraagd. Toch voelde ze haar wangen nog roder worden toen zijn blik de hare ving. Er was iets in zijn ogen dat haar een onrustig gevoel gaf.

Pages: 1 2 3