Jacob Vis
ISBN 978-90-8660-246-9
Prijs € 21,95
Aantal pagina's 425
Verschenen 15-2-2014
In 1913 raken de houtskoolbranders Gerrit en Benjamin Jonker en hun jongste zus Geertje ongewild betrokken bij de bizarre gebeurtenissen in het Ronde Huis: een landhuis in de woeste gronden rond het dorp Nunspeet en eigendom van landheer Frank van Vloten die tegen grof geld niets en niemand ontziende orgieën organiseert voor hoge gasten. Honderd jaar later vinden wandelaars bij de resten van het Ronde Huis het onthoofde lijk van een jonge vrouw. Het moordonderzoek brengt commissaris Ben van Arkel en zijn rechterhand Jan Huisman in de gesloten kringen van de Oekraïense maffia waar de geschiedenis van het Ronde Huis een even onverwacht als gruwelijk vervolg krijgt.
Leesfragment
Benjamin hield zijn adem in. Zouden ze echt naar beneden gaan? Dat was toch gekkenwerk? Opeens stortten de twee paarden zich synchroon naar beneden. Hun ruiters leunden ver achterover, hielden met een hand losjes het uiteinde van de teugels vast zodat hun paard de volle vrijheid had over hoofd en hals, en zwaaiden met de andere hand hoog boven hun hoofd. De paarden gleden met gestrekte voorbenen langs de helling omlaag. Hun achterbenen zwaaiden van links naar rechts om de koers te bepalen. Het ging razendsnel, maar wie het gezien had zou het zijn leven niet meer vergeten. Binnen tien seconden stonden beide paarden onder aan de helling.
Wester en Jansen sloegen hun vuisten tegen elkaar en draafden kalm naar het wachtende eskadron.
‘Zo doen we dat’, zei opper Dijkstra. ‘Allemaal goed opgelet? Wie durft?’
‘Ik’, zei Benjamin.
‘Ik ook’, zei Samuel.
‘Jonker en Schelvis’, zei Dijkstra tevreden. ‘Nog meer brokkenmakers?’
Maar niemand meldde zich. Jansen en Wester keken elkaar aan.
‘Gaat u ook met ze mee, ritmeester?’ vroeg Jansen.
‘Ja, dat kon ik wel eens doen’, zei Wester. Hij wenkte. ‘Goed, mannen, volgen.’
De vier ruiters reden in kalme galop naar de groeve. De achterkant was steil, maar goed te bestijgen en na een paar minuten stonden ze met zijn vieren naast elkaar aan de rand van de steile wand. Benjamin gluurde omlaag. Wat ben ik begonnen, dacht hij en aan het gezicht van Samuel was te zien dat die hetzelfde dacht.
‘Luister jongens’, zei de ritmeester. ‘De eerste meters zijn het belangrijkste. Laat je paard zelf zijn weg zoeken. Hoofd helemaal vrijgeven. Voeten ver in de beugels en benen een eindje naar voren steken. Achterover leunen, een arm boven je kop, de andere kun je gebruiken om je aan de manen vast te houden. Gesnopen?’
‘Ja, ritmeester.’
‘Goed. Gaan!’
Benjamin stuurde Mary naar de uiterste rand. Ze gluurde gespannen omlaag, oren ver naar voren, neus gestrekt, ze deed een paar trippelpasjes. ‘Toe maar!’ zei Benjamin. Hij duwde zijn hielen in haar flanken en opeens stortte ze zich naar beneden. Hij leunde ver achterover, zwaaiend met zijn linkerarm, terwijl hij zich met zijn rechterhand aan Mary’s stugge manen vasthield. Die tien seconden waarin ze zich met ware doodsverachting omlaag stortte, bleven in zijn geheugen gegrift. De sensatie van de afdaling was zo formidabel dat hij onmiddellijk weer naar boven wilde, maar Wester die achter hen aan was gekomen, hield hem tegen. ‘Niet overdrijven, jongen’, zei hij kalm. Hij draaide zich om: ‘Hoe is het met huzaar Schelvis?’
Samuel zat met een kleur als een boei op zijn paard. ‘Ik vond het geweldig, ritmeester. Maar daarboven dacht ik even: verdomme, ik ga niet. Laat ze allemaal de kolere krijgen.’
Wester en Jansen grinnikten. ‘Dat hebben we de eerste keer allemaal gedacht’, zei Jansen. ‘En je weet, de ware held is de man die zijn angst overwint. Goeie oefening, mannen.’
Artikel in de Stentor van zaterdag 1 maart
Interview naar aanleiding van De Zwarte Duivel van Jacob Vis.
1. Je bent al vijf keer genomineerd voor een Gouden Strop. Is het misgrijpen van zo'n prijs een extra drive om een boek nóg beter te maken, zodat die Strop niet meer aan je neus voorbij gaat?
Tijdens het maken van een boek denk ik geen moment aan die Gouden Strop. Ik denk alleen aan het verhaal en dat wil ik zo schrijven dat ik er na afloop dik tevreden over ben.
2. ‘De Zwarte Duivel’ is een thriller, zoals de meeste van je boeken. Ook je volgende verhaal wordt een thriller. Waarom kies je het liefst voor dit genre?
Ik houd van verhalen. Thrillers zijn verhalen bij uitstek, met slechts één beperking: de misdaad staat centraal. Onlangs heb ik twee literaire/historische romans geschreven en dat is me bijzonder goed bevallen. Waarom? Omdat het schrijven van een literaire roman me een gevoel van totale vrijheid geeft. Bij een thriller ben je gebonden aan de wetmatigheden van het genre en in een literaire roman ben je volkomen vrij. Het hangt van het verhaal af welk genre ik kies. En dat gevoel van die vrije keuze bevalt me uitstekend.
3. Wat heeft je ertoe gebracht een verhaal rond het Ronde Huis te schrijven? En is het niet lastig om tussen het werkelijke verleden fictionele personages door te weven; hoe heb je het schrijfproces ervaren?
Het schrijven van twee verhaallijnen met honderd jaar tussenruimte is me prima bevallen. Dat Ronde Huis is zo omgeven door allerlei geheimzinnigheden waar niemand het fijne van weet dat je als schrijver veel vrijheid hebt om er iets van te maken. Ik koos dus voor twee verhaallijnen met een eeuw tussenruimte en verbind die aan het eind, maar in het hele boek kunnen ze vrij naast elkaar bestaan. In beide komen dus andere personages voor die, naar ik hoop, net zo voor de lezer gaan leven als ze voor mij deden. Ik ben aan ze gehecht geraakt, ook aan de personages uit het verleden. Zelfs zo, dat ik me afvraag of ik ze niet nog eens kan gebruiken. Dat zien we wel.
4. Heb je een voorbeeld? En zo ja, op welke manier beïnvloedt die jouw stijl?
Mijn helden zijn divers en verdeeld over de literatuur en de misdaadliteratuur. En nee, er is niemand wiens stijl me als voorbeeld dient, al bewonder ik de schrijvers die mee zouden gaan naar het onbewoonde eiland nog zozeer. Een stijl is iets dat je ontwikkelt en die in de loop van (vele) boeken een onlosmakelijk deel van jezelf wordt.
5. Hoe lang ben je ongeveer bezig geweest met dit manuscript?
Ik heb ongeveer 300 uur besteed aan het schrijven, 40 uur aan research ter plaatse en nog eens 40 uur aan voorwerk op internet, bibliotheek et cetera en ten slotte weer 30 uur aan redactie van het manuscript vóór het naar de redactrice ging. Totaal ruim 400 uur dus. Dan reken ik niet het proces dat in mijn hoofd zit tijdens wandelingen, of op andere momenten waarop ik niet achter de pc zit. Zo'n verhaal zit tijdens het schrijven eigenlijk permanent in je hoofd en wat je bedenkt komt er uit zodra je gaat schrijven.
Nu ben ik weer bezig met een nieuw verhaal, een gecompliceerde thriller die zich afspeelt in Borneo en alleen al aan de synopsis heb ik ruim 20 uur besteed en hij is nog steeds niet naar mijn zin. Een schrijver is altijd bezig, zeven dagen per week, 365 dagen per jaar. Bij de een werkt het zus, bij de ander zo, maar bij iedereen neemt het een soms onevenredig groot deel van hun denkwereld in beslag. Maar ja, anders komen er geen mooie boeken.
Recensie op De thrillerlezersblog
Het boek de Zwarte Duivel is onlangs in België bekroond met de Diamanten Kogel. Het stond al heel lang op mijn nog te lezen lijst, maar die bekroning zorgde ervoor om het nu eindelijk maar eens te gaan lezen.
Het boek "De zwarte duivel" speelt zich vooral af in de omgeving van Nunspeet bij de plaats waar ooit het ronde huis stond. In het boek wisselen twee verhaallijnen zich af. Eentje van rond 1913 en eentje van het nabije verleden, 2013.
In 1913 was landheer Frank van Vliet, de Zwarte duivel, eigenaar van het ronde huis. In die tijd vonden er in het huis taferelen plaats op seksueel gebied die het daglicht niet konden verdragen. Hierbij waren ook mensen als de Prins der Nederlanden, Frederik (Prins Hendrik) betrokken. De broers Gerrit, Benjamin en hun jongste zusje Geertje raken hierbij ongewild ook in verzeild.
In 2013 vindt een jong stel een lichaam van een jonge vrouw die onthoofd is nabij de resten van het Ronde Huis. Een onderzoek door commissaris Ben van Arkel en inspecteur Jan Huisman brengt ze zelfs tot in de Oekraïne. Heden en verleden blijken veel met elkaar te maken hebben.
De Zwarte Duivel is een boek wat heerlijk weg leest. Het afwisselen van het heden en verleden zorgt er voor dat de spanning er in blijft. De hoofdstukken die zich afspelen in 1913 nemen je mee naar een leven van 100 jaar geleden en wat zo anders is dan het tegenwoordige leven. Naar een leven van macht, onderdrukking en seksuele uitbuiting. Deze hoofdstukken vond ik heerlijk om te lezen.
De hoofdstukken uit 2013 gaan vooral over het politieonderzoek naar de moord. In de 2e helft van het boek vond ik deze hoofdstukken even minder prettig, omdat ik het gevoel had dat ik iets gemist had. Het gaat dan over een imker en een ontvoering Ben van Arkel en zijn kleinzoon. Ben krijgt dan hulp van zijn eerdere ontvoerster. Hier zal ongetwijfeld iets over gestaan hebben in een eerder boek, maar maakt dit verder prima los te lezen boek iets vager. Het slot is bovendien nu en dan ook wat vaag. Erg jammer.
Jacob Vis heeft een aantrekkelijke manier van schrijven die de spanning er in houdt.
Ik heb het boek met heel veel plezier gelezen. Vond het erg interessant. Ik las het boek op hemelsbreed een 15 kilometer afstand van de resten van het Ronde Huis en zal zeker eens proberen de resten op te zoeken. Het deel uit 1913 sprak mij het meest aan. Vond het verschrikkelijk dat mensen, die destijds hoog op de maatschappelijke ladder waren, lager geplaatsten dit door hun macht aan konden doen.
Ik wil ook zeker meer boeken van Jacob Vis gaan lezen.
Ik geef het boek 4 sterren.
Geschreven door Renée Snijder
Recensie op Hebban
Jacob Vis hoort tot de top van de Nederlandse thrillerschrijvers. Dat was al meteen duidelijk toen hij in 1987 zijn debuut publiceerde: 'Prins Desi', een thriller die zich afspeelde in Suriname, met de strijd tussen Bouterse en Brunswijk als onderwerp. Er volgde veel meer moois, onder andere een serie met inspecteur (later commissaris) Ben van Arkel in de hoofdrol. Thrillers die zich afspelen in en rond IJsselmonde, een fictieve plaats in Overijssel die nog het meest lijkt op Kampen, de woonplaats van Vis. Ook zijn nieuwe boek, 'De Zwarte Duivel', maakt deel uit van deze Van Arkel-reeks.
'De Zwarte Duivel' bevat twee verhalen, die steeds verder met elkaar verweven raken. Het eerste verhaal speelt in 1913 in Nunspeet, waar Frank van Vliet, de Zwarte Duivel uit de titel, het ‘Ronde Huis’ bewoont. Regelmatig organiseert hij daar orgieën voor zijn hoge gasten, onder wie de Nederlandse prins-gemaal en de Duitse keizer. Seks met minderjarigen is daarbij aan de orde van de dag en zelfs kannibalisme is niet uitgesloten. De houtskoolbranders Gerrit en Benjamin Jonker en hun zusje Geertje raken hierbij betrokken, waarna zich een gruwelijke en spannende geschiedenis ontvouwt.
Om het hoofdstuk verplaatst de handeling zich naar 2013. Want het tweede verhaal speelt honderd jaar later, als bij de ruïne van het Ronde Huis een onthoofd lijk wordt gevonden. Het team van commissaris Ben van Arkel onderzoekt die moord. Aanvankelijk lijkt er geen verband te zijn met de gebeurtenissen uit 1913. Maar die indruk verandert grondig naarmate de lezer vordert in deze dubbeldikke thriller.
'De Zwarte Duivel' is net als het andere werk van Vis knap gestructureerd en in een uitmuntende stijl geschreven. De spanning wordt in beide verhalen zo hoog opgevoerd, dat je als lezer de tijdsprongen iedere keer even als hinderlijk ervaart. Even maar, want dan heeft het andere verhaal je weer in zijn greep en wil je dáár mee door. Zo wordt de lezer voortgestuwd naar het einde van het boek, waar alle verhaallijnen samenkomen.
Met 'De Zwarte Duivel' heeft Jacob Vis zichzelf overtroffen. Deze ijzersterke thriller is de beste in zijn toch al zo sterke oeuvre. Het is daarom treurig dat Vis hiermee wel de longlist, maar niet de shortlist haalde van de Gouden Strop, de belangrijkste Nederlandse thrillerprijs. Wat een gemiste kans!
Geschreven door Ton van der Molen
Lezersrecensies op Hebban
In het begin van de vorige eeuw gebruikte ontspoorde elite een landhuis nabij Nunspeet voor foute ontmoetingen. Onder hen de vader van koningin Juliana: Hendrik. Jacob Vis schreef er met De Zwarte Duivel een fictief verhaal over. Het verscheen kort na Almar Ottens: Het Ronde Huis. Dat laatste boek kreeg redelijk wat aandacht op crimezone. Dat mocht volgens Otten niet baten. Een bestseller is het er nog niet mee geworden. Of Vis wel een bestseller heeft moet nog blijken. Veel aandacht op crimezone kreeg hij (nog?) niet. Wel een nominatie voor beste thriller van het jaar. Otten schreef m.i. een behoorlijk goed boek over het Ronde Huis. Maar Vis krijgt van mij de eer er een zeer goed boek over geschreven te hebben. Twee verhaallijnen die elkaar in strakke cadans afwisselen. De eerste lijn speelt in het begin van de eeuw. Het heeft de toon van een sociaal drama en een streekroman. Dat is niet denigrerend bedoeld, want de verhaallijn is boeiend, spannend en noopt tot nadenken. De tweede lijn is een hedendaags moordonderzoek. Realistisch en deels gruwelijk. Het brengt de lezer tot in de huizen van de Oost Europese maffia. Er vallen, zowel toen als nu, slachtoffers . Zelfs in het onderzoeksteam blijkt het niet veilig. De stijl van Vis is terecht al vaak bejubeld. Hij schrijft helder, beeldend en altijd boeiend. Een gruwelijk beeld schuwt hij ook niet. En... voor thrillers draait het daar toch om: hij schrijft spannend. Waar het bij Otten mis ging met de spanning loopt dat bij Vis goed af. Een historisch gegeven. Hoge gasten die bij hun gastheer met hun laagste lusten mogen aankloppen. Een koninklijke gast die zeer actief deelneemt. Maar ook wel een menselijk kant toont. Hendrik wordt niet slechts als de vieze minkukel neergezet. Eerder slachtoffer van een koninklijke bijrol. In de moderne geschiedenis barst het in binnen- en buitebland van de voorbeelden voor deze funeste positie. Vis gebruikt het allemaal mooi. Op de lijst komen voor de Gouden Strop is terecht. Ze mogen van mij De Zwarte Duivel aan die Gouden Strop opknopen.
5 sterren door Willem van Gendt
Jacob Vis (Job Vis, 1940) schreef dit bijzondere boek naar aanleiding van een krantenartikel over de hardnekkige geruchten die er leven rondom de gebeurtenissen in het Ronde Huis op de Veluwe. Een collega-auteur had hetzelfde idee. Onafhankelijk van elkaar brachten ze dit voorjaar een boek uit over hetzelfde gebouw. Aanvankelijk was de boektitel van Jacob Vis ook Het Ronde Huis, maar zijn collega was net ietsje eerder. De Zwarte Duivel is een uitstekend alternatief. Wie meer wil weten over deze toevalligheid, lees op deze site het artikel van Peter Kuijt: ‘Een krankzinnig toeval. Twee boeken, één gebouw’. Vis heeft een twintigtal boeken op zijn naam staan en is een aantal keren genomineerd voor De Gouden Strop en de Diamanten Kogel.
In 1913 raken houtskoolbranders Gerrit en Benjamin Jonker en hun jongste zusje Geertje betrokken bij bizarre gebeurtenissen in het Ronde Huis op de Veluwe. Eigenaar Frank van Vliet, ook wel ‘De Zwarte Duivel’ genoemd, organiseert regelmatig seksbacchanalen voor de hooggeplaatste adel. Hiervoor worden tienermeisjes en -jongens gerekruteerd die beschikbaar moeten zijn voor de lusten van de gasten, die volgens de officiële berichtgeving voor de jacht zijn uitgenodigd. Geertje Jonker werkt als dienstmeisje voor van Vliet en is een van de slachtoffers die regelmatig misbruikt wordt. Haar broers knijpen een oogje dicht: iedereen vreest Van Vliet en is op een bepaalde manier afhankelijk van deze satanische man.
Honderd jaar later vindt een wandelend stelletje in het gebied waar eens het Ronde Huis heeft gestaan een onthoofd lijk. Inspecteur Jan Huisman krijgt deze moordzaak toegewezen en het spoor leidt naar de invloedrijke kringen van de Oekraïense maffia. De gruwelijkheden uit de geschiedenis over het Ronde Huis lijken te herleven. Dan blijkt er ook een connectie te zijn met een man die toevallig ook Frank van Vliet heet, maar deze geniet de volle bescherming van de machtige maffialeider. De Nederlandse recherche krijgt geen poot aan de grond in het ondoordringbare maffiabolwerk, waardoor het onderzoek in een impasse geraakt. Als commissaris Ben van Arkel terugkeert van een missie in Afghanistan wordt hij toegevoegd aan het team. Met zijn onorthodoxe methoden zou hij misschien voor een doorbraak kunnen zorgen in het vastgelopen onderzoek.
Afwisselend komen de gebeurtenissen uit 1913 en 2013 aan bod. Het is even wennen omdat je aanvankelijk geen idee hebt over het verband tussen de geschiedenis rondom het Ronde Huis en de vondst van het onthoofde lijk. De hoofdstukken over de belevenissen van de gebroeders Jonkers zijn heel realistisch beschreven en gelardeerd met smeuïge feiten. Mooi hoe Vis laat zien dat beschaving niet automatisch voortvloeit uit status en verworven adellijke titels. De enigen die een geweten in hun donder hebben, blijken de gebroeders Jonker te zijn. Het leven in de moderne tijd vormt weliswaar een schril contrast met de omstandigheden waarin men anno 1913 leefde, maar Vis maakt op een gruwelijke manier aanschouwelijk dat seksuele aberraties en de daaruit voortvloeiende misdrijven niet tijdgebonden zijn. L'histoire se répète.
De Zwarte Duivel herbergt een periode in de vaderlandse geschiedenis die men liever vergeet. De toenmalige gedragingen van edelen en notabelen zouden absoluut niet voor een koninklijke onderscheiding in aanmerking komen. Is de historie over het Ronde Huis fictie of waarheid, vraag je je af. Vis wil ons in ieder geval laten zien dat door de eeuwen heen mensen zich als beesten kunnen manifesteren. Ongeacht hun afkomst. Mede door de levensechte personages schetst Vis ons een boeiend beeld over menselijke drijfveren tegen de achtergrond van het leven toen en nu. Zonder het historisch te hoeven toetsen leest De Zwarte Duivel als een spannende thriller die met veel inlevingsvermogen is geschreven. De verteltrant is keihard, meedogenloos en soms diep ontroerend. Een bijzonder boek, dat doet vermoeden dat Vis een gedegen studie heeft gemaakt over het Ronde Huis. Alle waardering gaat uit naar deze auteur die het lef heeft gehad een stukje geschiedenis, waar veel over gespeculeerd wordt, op te rakelen en hiermee een parallel trekt met de praktijken van de hedendaagse maffia.
5 sterren Door Jacqueline P.F. Coppens voor Hebban
Recensie door Boekennieuws
Jacob Vis hoort tot de top van de Nederlandse thrillerschrijvers. Dat was al meteen duidelijk toen hij in 1987 zijn debuut publiceerde: Prins Desi, een thriller die zich afspeelde in Suriname, met de strijd tussen Bouterse en Brunswijk als onderwerp. Er volgde veel meer moois, onder andere een serie met inspecteur (later commissaris) Ben van Arkel in de hoofdrol. Thrillers die zich afspelen in en rond IJsselmonde, een fictieve plaats in Overijssel die nog het meest lijkt op Kampen, de woonplaats van Vis. Ook zijn nieuwe boek, De Zwarte Duivel, maakt deel uit van deze Van Arkel-reeks.
De Zwarte Duivel bevat twee verhalen, die steeds verder met elkaar verweven raken. Het eerste verhaal speelt in 1913 in Nunspeet, waar Frank van Vliet, de Zwarte Duivel uit de titel, het ‘Ronde Huis’ bewoont. Regelmatig organiseert hij daar orgieën voor zijn hoge gasten, onder wie de Nederlandse prins-gemaal en de Duitse keizer. Seks met minderjarigen is daarbij aan de orde van de dag en zelfs kannibalisme is niet uitgesloten. De houtskoolbranders Gerrit en Benjamin Jonker en hun zusje Geertje raken hierbij betrokken, waarna zich een gruwelijke en spannende geschiedenisontvouwt.
Om het hoofdstuk verplaatst de handeling zich naar 2013. Want het tweede verhaal speelt honderd jaar later, als bij de ruïne van het Ronde Huis een onthoofd lijk wordt gevonden. Het team van commissaris Ben van Arkel onderzoekt die moord. Aanvankelijk lijkt er geen verband te zijn met de gebeurtenissen uit 1913. Maar die indruk verandert grondig naarmate de lezer vordert in deze dubbeldikke thriller.
De Zwarte Duivel is net als het andere werk van Vis knap gestructureerd en in een uitmuntende stijl geschreven. De spanning wordt in beide verhalen zo hoog opgevoerd, dat je als lezer de tijdsprongen iedere keer even als hinderlijk ervaart. Even maar, want dan heeft het andere verhaal je weer in zijn greep en wil je dáár mee door. Zo wordt de lezer voortgestuwd naar het einde van het boek, waar alle verhaallijnen samenkomen.
Met De Zwarte Duivel heeft Jacob Vis zichzelf overtroffen. Deze ijzersterke thriller is de beste in zijn toch al zo sterke oeuvre. Het is daarom treurig dat Vis hiermee wel de longlist, maar niet de shortlist haalde van de Gouden Strop, de belangrijkste Nederlandse thrillerprijs. Wat een gemiste kans!
Geschreven door Ton van der Molen.
Lezersreactie op Crimezone
In het begin van de vorige eeuw gebruikte ontspoorde elite een landhuis nabij Nunspeet voor foute ontmoetingen. Onder hen de vader van koningin Juliana: Hendrik. Jacob Vis schreef er met De Zwarte Duivel een fictief verhaal over. Het verscheen kort na Almar Ottens: Het Ronde Huis. Dat laatste boek kreeg redelijk wat aandacht op crimezone. Dat mocht volgens Otten niet baten. Een bestseller is het er nog niet mee geworden. Of Vis wel een bestseller heeft moet nog blijken. Veel aandacht op crimezone kreeg hij (nog?) niet. Wel een nominatie voor beste thriller van het jaar. Otten schreef m.i. een behoorlijk goed boek over het Ronde Huis. Maar Vis krijgt van mij de eer er een zeer goed boek over geschreven te hebben. Twee verhaallijnen die elkaar in strakke cadans afwisselen. De eerste lijn speelt in het begin van de eeuw. Het heeft de toon van een sociaal drama en een streekroman. Dat is niet denigrerend bedoeld, want de verhaallijn is boeiend, spannend en noopt tot nadenken. De tweede lijn is een hedendaags moordonderzoek. Realistisch en deels gruwelijk. Het brengt de lezer tot in de huizen van de Oost Europese maffia. Er vallen, zowel toen als nu, slachtoffers . Zelfs in het onderzoeksteam blijkt het niet veilig. De stijl van Vis is terecht al vaak bejubeld. Hij schrijft helder, beeldend en altijd boeiend. Een gruwelijk beeld schuwt hij ook niet. En... voor thrillers draait het daar toch om: hij schrijft spannend. Waar het bij Otten mis ging met de spanning loopt dat bij Vis goed af. Een historisch gegeven. Hoge gasten die bij hun gastheer met hun laagste lusten mogen aankloppen. Een koninklijke gast die zeer actief deelneemt. Maar ook wel een menselijk kant toont. Hendrik wordt niet slechts als de vieze minkukel neergezet. Eerder slachtoffer van een koninklijke bijrol. In de moderne geschiedenis barst het in binnen- en buitebland van de voorbeelden voor deze funeste positie. Vis gebruikt het allemaal mooi. Op de lijst komen voor de Gouden Strop is terecht. Ze mogen van mij De Zwarte Duivel aan die Gouden Strop opknopen.
Recensie De Boekensalon
Dit verhaal bevat twee tijdlagen: een in 1913 en een in 2013. Op een groot buiten op de Veluwe worden in 1913 orgieën georganiseerd met als gasten zeer hooggeplaatste personen. Op een mensenleven wordt daarbij niet gelet. Deze tijdlaag leidt tot een verrassende ontknoping. In 2013 verschijnen nakomelingen van personen uit 1913 ten tonele. Een prostituee uit de Oekraïne is vermoord, maar haar lijk is verdwenen. Het politieteam lijdt een gevoelig verlies, maar zet het onderzoek hardnekkig voort, met een speurtocht, die tot in de Oekraïne voert: ongewild verrassend actueel! De auteur beschrijft dit land als vergeven van corruptie, waar de maffia over een ongebreidelde macht beschikt, terwijl de politie vaak machteloos moet toezien. Ook in deze tijdlaag is de ontknoping verrassend. De sfeertekening in beide tijdlagen is uitstekend, de personen komen als mensen van vlees en bloed uit de verf. De spanning wordt goed gedoseerd naar twee hoogtepunten gevoerd. Kortom: men kan niet om dit boek heen. Een spannende thriller van een gelauwerde auteur. Normale druk en smalle bindmarge.
Recensie Boekenbijlage
Jacob Vis (1940) is een pseudoniem voor Job Vis. Vis volgde de land- en tuinbouwschool Warmonderhof en de bosbouwschool in Arnhem, en was tot 2001 was hij werkzaam als bosbouwer bij Staatsbosbeheer. Jacob Vis is schrijver sinds 1987. Hij werd bekend als auteur van misdaadromans met een actueel en controversieel maatschappelijk thema. Hij kreeg vijf nominaties voor de Gouden Strop, een voor de Diamanten Kogel, een voor Het beste boek van Overijssel. In 2011 werd hij door RTV-Oost verkozen tot kunstman van Overijssel. Hij doet veel onderzoek voor zijn boeken. Jacob Vis geeft cursussen voor aankomende schrijvers en leidde de werkgroep promotie van de misdaadschrijversvereniging. In tien van Vis’ boeken hebben commissaris Ben van Arkel in de hoofdrol. In De Zwarte Duivel heeft Van Arkel geen hoofdrol, maar slechts een bijrol.
In De Zwarte Duivel verweeft schrijver een verhaal uit het heden met een verhaal uit het heden. In 1913 raken de houtskoolbranders Gerrit en Benjamin Jonker en hun jongste zusje Geertje ongewild betrokken bij de gebeurtenissen in het Ronde Huis op de hei bij Nunspeet. Frank van Vliet, alias De Zwarte Duivel, is de eigenaar van het Ronde Huis. Hij organiseert er buitensporige orgieën voor hoge adellijke gasten, maar dit blijft niet zonder gevolgen.
In 2013, vinden wandelaars bij de resten van het Ronde Huis het onthoofde lijk van een jonge vrouw. Het moordonderzoek brengt inspecteur Jan Huisman, en later commissaris Ben van Arkel, in de gesloten kringen van de Oekraïense maffia. De geschiedenis van het Ronde Huis krijgt even onverwacht als gruwelijk gevolg. Wat heeft deze zaak te maken met de gebeurtenissen honderd jaar eerder?
Met De Zwarte Duivel heeft Jacob Vis weer een goed boek afgeleverd voor liefhebbers van het genre. Vis geeft beeldende beschrijvingen van het heden en het verleden, waardoor het lijkt alsof je als lezer vanaf een afstandje mee mag kijken naar de gebeurtenissen.
“Hij had bijvoorbeeld nog nooit een buitenlander gezien, laat staan een Chinees, zelfs niet op een plaatje. Nu ze in het echt voor hem zat, staarde hij haar aan of ze een buitenaards wezen was. Ze zat voorop bij meneer Van Vliet, op een leren kussentje dat met stevige riemen aan het zadel was bevestigd, gehuld in een dunne grijze deken die alleen haar hoofd en haar voeten vrijliet. Onnatuurlijke smalle, puntige toelopende voeten die er absoluut niet uitzagen alsof ze erop zou kunnen lopen. Haar gezicht, omlijst door een helm glanzend, zwart haar, was nog vreemder: rond en plat, met de kleur van oud ivoor, een kort, breed neusje, een smalle mond met nauwelijks gewelfde lippen en schuinstaande blik die dwars door hem heen leek te gaan.”
Het enige wat soms niet helemaal aansprak, was de manier waarop de politie buiten zijn boekje gaat. Deze politiemensen kosten de Nederlandse belastingbetaler een hoop geld, en ze geven de betrokken bij de zaak soms wel erg veel informatie. Zo mag de vriendin van de onthoofde jonge vrouw meekijken bij verhoren en later zelfs tolk spelen in Oekraïne. Ik heb niet veel verstand van hoe het er aan toe gaat bij onze politie, maar ik denk niet zo. Maar dat is Vis meer dan vergeven, want het blijft natuurlijk fictie.
Je wordt het boek ingezogen, en dan is het moeilijk het niet in één ruk uit te lezen. Jacob Vis heeft er een fan bij!
Felice Beekhuis
Recensie Fok.nl
20-02-2014 Door Wouter Kursten (Magneet)
De zwarte duivel is het nieuwste boek van thrillerschrijver Jacob Vis. Hij heeft de geheimzinnige verhalen over Het Ronde Huis in Nunspeet als basis genomen om daar een tweetal spannende verhaallijnen over te schrijven. Afgewisseld worden gebeurtenissen uit 1913 en uit 2013 op een spannende manier verteld. Het is een beetje net als bij Asterix: in de kern zijn het bestaande verhalen die op forums als het onze rondgaan, in feite is het echter complete fictie.
Het verhaal uit 1913 gaat over de seksuele uitspattingen met koninklijke deelnemers, die zich in de bossen van het arme en eenvoudige Nunspeet zouden hebben afgespeeld. Centraal staan daarbij de familie Jonker, een gezin van houtskoolbranders, en de beruchte bewoner van Het Ronde Huis genaamd Frank van Vliet. De auteur neemt je mee in een bizarre wereld waar de gebeurtenissen vrij aangrijpend en expliciet worden beschreven. Gebeurtenissen van moord en prostitutie wisselen af met verhalen van liefde en genegenheid.
Het verhaal in 2013 vangt aan als bij de rododendronvijver achter het Ronde Huis een onthoofd vrouwenlichaam wordt gevonden. Wat begint met een huwelijksaanzoek eindigt in een speurtocht naar gevaarlijke daders die onder andere gaat naar Oost-Europa. Ook hier worden gebeurtenissen gedetailleerd beschreven, vaak bloedstollend maar soms ook wel wat gekunsteld en toevallig.
Als je de verhalen van Het Ronde Huis kent, zie je het plot al aankomen voordat je het boek open hebt geslagen. Frank van Vliet en zijn familie worden in dit boek als gewetenloze criminelen neergezet. Jammer dat daarmee de indruk ontstaat dat er iets van de verhalen over Frank van Vloten, de echte bewoner van het Ronde Huis, echt gebeurd is. Dat de historische context niet altijd even juist lijkt te zijn maakt voor het verhaal niet uit. Het zijn vooral de bizarre gebeurtenissen die het verhaal spannend maken. Vis weet de beide verhaallijnen goed op te bouwen en tot een verrassende ontknoping te brengen en de lezer ook in de aanloop daarnaartoe soms op een dwaalspoor te zetten. Jacob Vis heeft het zo geschreven dat je het in een adem uit wil lezen. Het is een spannend boek geworden over een bizarre reeks complotverhalen. Pure fictie, dat wel!
Recensie Wie schrijft die blijft
In 1913 raken de houtskoolbranders Gerrit en Benjamin Jonker en hun jongste zus Geertje ongewild betrokken bij de gebeurtenissen in het Ronde Huis op de hei bij Nunspeet, eigendom van landheer Frank van Vliet, alias De Zwarte Duivel, die buitensporige orgieën regelt voor hoge, adellijke gasten.
Honderd jaar later vinden wandelaars bij de resten van het Ronde Huis het onthoofde lijk van een jonge vrouw. Het moordonderzoek brengt commissaris Ben van Arkel en inspecteur Jan Huisman in de gesloten kringen van de Oekraïense maffia waar de geschiedenis van het Ronde Huis een even onverwachts, als gruwelijk vervolg krijgt.
Schrijver:
Jacob Vis (1940) is het pseudoniem van Job Vis. Vis werd geboren in Haarlem. Hij werkte vanaf 1962 voor Staatsbosbeheer, onderbroken door een opleiding van twee jaar op het gebied van de bosbouw. Dertig jaar was hij districtshoofd van de Flevopolder.
Vis was tot eind 1999 secretaris van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs. Vijf van zijn titels werden genomineerd voor de Gouden Strop.
Jacob Vis schrijft ‘fictie’. Hij is betrokken bij actuele maatschappelijke ontwikkelingen en in zijn boeken zijn altijd actuele thema’s verwerkt. Vaak terugkerende hoofdpersoon is inspecteur Ben van Arkel van de politie IJsselmonde.
Mijn mening:
Een aantal jaar geleden raakte ik gefascineerd door “het Ronde Huis”. De wildste verhalen doen de ronde over de verschrikkingen die gebeurd zouden zijn in en rond dit huis. Intriges, complotten, seksueel misbruik van zeer jonge kinderen door hooggeplaatste Nederlanders en zelfs rituele offers van kinderen aan Germaanse goden, het is nogal wat. En dat allemaal in de bossen van mijn eigen dorp, Nunspeet.
Vanwege deze fascinatie was ik dan ook erg blij dat ik het boek “de Zwarte Duivel” al voor de verschijningsdatum mocht lezen om te recenseren. Dank aan Ellessy Crime en Jacob Vis, die mij deze mogelijkheid gaven.
Op de cover is een duister en luguber beeld te zien. Een soort offer, met daarop de lichamen van twee vrouwen. Boven het offer uit torent een figuur, half man, half os of iets dergelijks. Het is een schilderij genaamd “Het offer”, in 1882 gemaakt door Felicien Rops. De cover schept een verwachting voor de rest van het boek. Ik verwachtte een duister verhaal, en dat werd het ook. Het beeld deed me denken aan rituele slachtingen of offers, waar volgens de legende ook sprake van was in het Ronde Huis. In het boek gebeuren vreselijke dingen, maar rituele slachtingen ter ere van Germaanse goden vond ik echter niet terug.
De titel is duidelijk te linken aan het verhaal. De landeigenaar, Frank van Vliet, wordt door de Nunspeters De Zwarte Duivel genoemd, omdat hij vaak gekleed in een zwarte mantel op zijn zwarte hengst door de bossen rijdt. Een duidelijke link ook naar de overlevering. Ik kende het verhaal van het Ronde Huis al en ben van mening dat de schrijver zich goed heeft gehouden aan de verhalen die al jaren de ronde doen. Helemaal zeker weten wat er zich in dit huis afgespeeld heeft, zullen we waarschijnlijk nooit. Maar dit verhaal, zoals opgeschreven door Jacob Vis, zo zou het gegaan kunnen zijn.
Het verhaal speelt afwisselend in 1913 en in 2013. Dit wordt boven elk hoofdstuk aangegeven, dus verwarrend is het niet. Er zijn dus twee verhaallijnen, waarvan vanaf het begin wel duidelijk is dat ze op de een of andere manier met elkaar te maken hebben. Het verhaal wordt uit perspectief van wisselende personen geschreven. De lezer krijgt zo een goed beeld vanuit verschillende gezichtspunten. De ik-persoon in het verhaal is Jan Huisman, de inspecteur die belast wordt met het moordonderzoek.
De broers Gerrit en Benjamin Jonker zijn boeren en werken zoals veel zelfstandige boeren in de winter in het bos. Veel boeren waren arbeiders in dienst van landeigenaar Frank van Vliet, maar de broers Jonker werken zelfstandig. Hun zus Geertje werkt als dienstmeisje in het Ronde Huis. De huishouding wordt daar bestierd door de halfzus van de landeigenaar, Francien. In het huis komen regelmatig hooggeplaatste gasten, waaronder prins Frederik. Frank van Vliet zorgt er altijd voor dat er jonge meisjes beschikbaar zijn om de gasten (en hemzelf) te plezieren. Francien keurt dit af, maar onderneemt niets tegen haar broer.
Soms, in de eenzaamheid van haar kamer, verwenste ze haar lafheid. Ze liet het allemaal gebeuren: seks met piepjonge kinderen onder hetzelfde dak waar zij de huishouding voerde.
Ook Geertje moet het lot van deze meisjes ondergaan en wordt de favoriet van de prins. Wanneer er een belangrijke conferentie met veel belangrijke Duitse mensen en zelfs de Duitse keizer wordt georganiseerd, moeten er 20 meisjes en jongens geronseld worden ter ontspanning van deze heren. Onder het mom van een naai-atelier worden kinderen uit het weeshuis misbruikt door de gasten. Bij verzet van deze kinderen worden ze bedreigd met de dood. Men zegt dat Nederland het aan deze conferentie te danken heeft dat het neutraal kon blijven in de daaropvolgende 1e Wereldoorlog. Tijdens deze seksuele escapades van hooggeplaatste gasten, maakten Frank van Vliet stiekem filmopnames. Op deze manier was hij er zeker van, dat niemand uit de school zou klappen over de gebeurtenissen in zijn huis.
Een eeuw later, in 2013, wordt er in het Zandebos in Nunspeet het lichaam gevonden van een onthoofde vrouw. Jan Huisman en Ben van Arkel leiden het onderzoek naar deze moord. Wat is er gebeurd? En is het toeval dat het lijk vlakbij de plek waar het Ronde Huis gestaan heeft, is gevonden? Al snel rijzen er verdenkingen tegen bepaalde personen en het onderzoek leidt Jan en Ben naar de Oekraïense maffia.
Een gek die het verleden laat herleven.
Wat hebben de praktijken van 100 jaar geleden en deze moord met elkaar te maken? Wat is de rol van Gerrit Jonker en Francien in de afloop van de verschrikkingen in 1913? Hoe loopt het af met Geertje? En lukt het de politie om de moordenaars te stoppen?
De hoofdpersonen zijn goed uitgewerkt. Je krijgt het gevoel dat je de familie Jonker echt leert kennen. Frank van Vliet blijft mysterieus, maar dat hoort ook bij hem. Ook de personen uit het heden krijgen diepte door de beschrijvingen die gegeven worden.
Het boek is niet heel gemakkelijk om te lezen. Er komen veel personages in voor en soms zijn de zinnen lang. Een boek waar je je aandacht bij moet houden. Het blijft echter spannend hoe een en ander afloopt, zowel het verhaal in 1913 als het moordonderzoek in het heden. Het is een bizar verhaal, maar gebaseerd op de legende van het Ronde Huis en dus wel geloofwaardig. Als de legende waarheid bevat, zou het gegaan kunnen zijn zoals hier beschreven.
Het boek bevat niet echt een spannend plot, de spanning zit eigenlijk door het hele boek verweven. Elke keer krijg je weer een stukje informatie erbij. De uiteindelijke afloop is bizar en ongelooflijk, maar gezien in het licht van de rest van het verhaal, wel geloofwaardig.
In het boek wordt verwezen naar personen en gebeurtenissen uit een vorig boek van de schrijver. Het is echter zeer goed als zelfstandig boek te lezen.
Conclusie: een goede thriller, berust op de legende van het Ronde Huis, met intriges, complotten, moord en een vleugje romantiek. Luguber en bizar. Een zondags fietstochtje door ons Zandebos zal voortaan een andere lading hebben… ****
DOOR MDDIGITAAL
Zie ook Thrillerlezers
Een krankzinnig toeval. Twee boeken, één gebouw.
Twee Nederlandse schrijvers die bijna tegelijkertijd een thriller publiceren over hetzelfde onderwerp: dat maak je zelden mee. Het Ronde Huis, een opzienbarend bouwwerk dat tot eind jaren zestig in de bossen bij Nunspeet stond, is een belangrijk ‘personage’ in de nieuwste thriller van zowel Almar Otten als Jacob Vis. Volkomen onafhankelijk van elkaar bedachten ze een spannend verhaal rond dit bouwwerk, waar zich allerlei bizarre gebeurtenissen zouden hebben afgespeeld: van orgieën tot Germaanse riten met mensenoffers. Otten, uit Deventer, en Vis, uit Kampen, spreken van ‘een krankzinnig toeval’. En hoewel de een kansen ziet qua publiciteit, verzucht de ander: ‘De uniciteit is weg.’
Eind januari verscheen bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff Het Ronde Huis van Almar Otten. In zijn achtste thriller houdt Ottens protagonist, historica en bibliothecaris Lineke Tesinga, een lezing over een middeleeuws boek waarin bizarre Germaanse gebruiken worden beschreven. Sommige aanwezigen horen haar verhaal met meer dan normale belangstelling aan. Zoals rechercheur Jozef Laros, die een verband legt met een onopgeloste moordzaak. In de zaal zit ook een oudere vrouw die maar niet uitgepraat raakt over een verdwenen meisje. In de weken erna volgen er steeds meer aanwijzingen over gruwelijke gebeurtenissen die zich zouden hebben afgespeeld in het Ronde Huis, het jachtverblijf in de Veluwse bossen.
En half februari bracht uitgeverij Ellessy Crime de jongste misdaadroman van thrillerveteraan Jacob Vis op de markt. Aanvankelijk zou het boek ook de titel Het Ronde Huis dragen, maar de uitgever koos op het laatste moment voor De Zwarte Duivel. In zijn drieëntwintigste boek verhaalt Vis over de houtskoolbranders Gerrit en Benjamin Jonker en hun zus Geertje die een eeuw geleden betrokken raken bij bizarre zaken in het Ronde Huis. Het pand is eigendom van landheer Frank van Vloten die tegen grof geld orgieën organiseert voor hoge gasten. Anno 2013 vinden wandelaars bij de resten van het landhuis het onthoofde lijk van een jonge vrouw. Het moordonderzoek brengt commissaris Ben van Arkel, een oude bekende voor fans van Vis’ thrillers, in de doorgaans potdicht gesloten kringen van de Oekraïense maffia.
Een artikel in een regionale krant bracht Otten (1964) op het idee om een boek over het geheimzinnige cirkelvormige huis te schrijven. ‘Maar ik had er al eerder over gehoord,’ zegt hij. ‘In mijn vorige boek Jeugdzonde spelen de geschriften van Johannes van Vloten, een Deventer humanist, filosoof en Spinoza-fan, een rol. Van Vloten was eind negentiende eeuw een opmerkelijke man met een dito gezin met zeven kinderen. Zijn drie dochters zijn allemaal getrouwd met toenmalige BN’ers, één met de schilder Willem Witsen, één met de dichter Albert Verwey en één met schrijver Frederik van Eeden.’
‘Zoon Frank was het zwarte schaap van de familie. Hij kocht grote stukken waardeloze grond bij Nunspeet en bouwde het Ronde Huis en tuigde het op met Germaanse symbolen. Ik wist dus al dat er iets bijzonders aan de hand was met dat huis. Toen verscheen er in het dagblad De Stentor een groot artikel over bizarre gebeurtenissen die zich in het pand hadden afgespeeld. Een werkgroep uit Nunspeet had er een boek over geschreven, dat meer dan voldoende aanknopingspunten bevatte voor een thriller.’
Vis werd door een trouwe lezeres van zijn boeken op het spoor gezet, vertelt hij. ‘Zij had eind 2012 een lezing bijgewoond over het Ronde Huis en dacht: dit is een mooi onderwerp voor Jacob Vis. Maar toen was ik nog bezig met een ander boek, Moerta. Het voorwerk heb ik uitgesteld totdat dat boek in maart 2013 was verschenen. Op internet was vrij veel te vinden over het Ronde Huis: even sensationele als ongecontroleerde berichten, dus daar had ik niet zoveel aan. Niettemin was het een intrigerend onderwerp, dat goed zou passen bij mijn vaste held Ben van Arkel.’
Spoorlijntje
De geheimzinnigheid waarmee het Ronde Huis wordt omgeven, maakt het voor zowel Otten als Vis bij uitstek geschikt voor een thriller. Vis: ‘Er zijn allerlei geruchten, onder meer over orgieën waaraan onder anderen onze toenmalige prins-gemaal Hendrik en de Duitse keizer zouden hebben deelgenomen. Niets is bewezen, dus alles is mogelijk en daar kun je als thrillerschrijver mooi je fantasie op loslaten.’
‘Het bijzondere huis met de bijzondere eigenaar, Frank van Vloten, heeft echt bestaan,’ vult Otten aan. ‘Niemand weet wat er precies is gebeurd. In de loop der jaren is duidelijk geworden dat de berichten over occulte Germaanse riten, mensenoffers, betrokkenheid van hooggeplaatste personen en geheime beraadslagingen op feiten zijn gebaseerd. Zo heeft Van Vloten een spoorlijntje aangelegd van station Nunspeet naar het Ronde Huis. Met een treintje zouden jonge meisje zijn aangevoerd. Kortom, het was voor mij een uitdaging om dit soort verhalen op een spannende manier tot leven te brengen.’
Otten vindt dat zijn boek ook het verhaal vertelt van een elite die zich verheven voelde boven de rest van het volk en zich ‘schaamteloos’ liet leiden door oerdriften. ‘Onze eigen prins Hendrik, echtgenoot van koningin Wilhelmina, hoorde daar ook bij. Hij was regelmatig te gast op het Ronde Huis. Ik ben nieuwsgierig naar het morele kompas waardoor deze mensen zich hebben laten leiden. Ook dat probeer ik bloot te leggen.’
De link met de historie was voor Vis een tweede belangrijke reden om zich op het ‘huis’ te storten. ‘Hiervoor heb ik twee literaire romans geschreven die zich afspelen in het voormalige Nederlands-Indië. Dat is me zo goed bevallen – zowel de historie als het schrijven van een literaire roman – dat ik in dit boek een belangrijke verhaallijn heb ontwikkeld die zich afspeelt in 1913, de glorietijd van het Ronde Huis. De personages die daarbij horen, de broers Gerrit en Benjamin Jonker en hun zus Geertje, zijn uitgesproken ronde karakters, die je in een misdaadroman niet zo vaak tegenkomt. Ze zijn me net zo dierbaar geworden als de personages uit mijn Indische romans.’
Al met al heeft Vis zo’n vijfhonderd uur in het maken van De Zwarte Duivel gestoken. Daarvan ging ongeveer driehonderd uur zitten in het schrijven. Veertig uur aan research ter plekke, veertig uur aan voorwerk op internet, in de bibliotheek, et cetera en ten slotte dertig uur aan redactie van het manuscript voordat het naar de redactrice ging. Dan zijn nog niet de uren meegerekend waarin het schrijfproces ‘voortschrijdt’ tijdens wandelingen of op andere momenten waarop Vis niet achter de pc zit. ‘Zo’n verhaal zit tijdens het schrijven eigenlijk permanent in je hoofd en wat je bedenkt, komt eruit zodra je gaat schrijven.’
Otten begon in november 2012 met een nieuwe Tesinga-thriller. Als onderwerp koos hij de Malleus Maleficarum, ook wel de Heksenhamer genoemd, een vijftiende-eeuws handboek voor de heksenjacht. Maar de Deventer auteur had wat moeite om de historische feiten op een logische, maar ook verrassende manier actueel te maken. Toen las hij dat bewuste artikel in De Stentor en wist hij wat hem te doen stond. ‘Het uitzoek- en denkwerk over de Heksenhamer is zeker niet voor niets geweest. Stukken daarvan zijn in Het Ronde Huis terechtgekomen.’
Begin april 2013 hield Otten zich tien dagen lang verborgen voor de buitenwereld. ‘In een huisje in de Ardennen heb ik alleen maar geschreven, slechts onderbroken door een dagelijkse fietstocht van een kilometer of zestig. Ik ben nog nooit zo productief geweest in zo’n korte tijd. Toen ik thuiskwam, stond de teller op 60.000 woorden, dus nog ongeveer 40.000 te gaan.’ Thuis moest het schrijfwerk in de avonduren en het weekend gebeuren, maar begin juli kon Otten het manuscript naar de uitgever mailen. Daarna volgde het proces van redactie, correcties en fijnslijpen. Otten: ‘Rond de kerst kreeg ik het voor de laatste keer onder ogen.’
Opgerichte penis
Vis deed research voor zijn boek door urenlang rond te banjeren op ‘de plaats delict’: de plek waar het Ronde Huis heeft gestaan. Als oud-bosbouwer kon de auteur uit Kampen uit het bosbeeld herleiden waar een en ander had gestaan. ‘Als je daar bent, komt de historie als vanzelf op je af,’ zegt Vis. ‘Ik heb op die plaats voor beide verhaallijnen (uit 1913 en 2013) veel aanknopingspunten gevonden, zoveel zelfs dat ik dacht: zo zou het gegaan kúnnen zijn.’
Ook Otten deed ter plekke onderzoek. Samen met een jeugdvriend, die werkt bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. ‘Wij zijn allebei opgegroeid op de Veluwe. Hij was net als ik gefascineerd door deze geschiedenis en heeft toegang tot nog weer andere informatiebronnen, met name oude kranten.’ In mei gingen de twee op zoek naar restanten van het huis en het bijbehorende park. Otten: ‘Bijzonder detail is dat de padenstructuur van het park een reusachtige afbeelding vormt van de god Wodan, compleet met staf en opgerichte penis. Een Wodan van twee kilometer lengte met een oog dat wordt gevormd door het Ronde Huis. Helaas lag een belangrijk onderdeel, de Mythstee, een oud Germaans bouwwerk, op privéterrein. De aanwezigheid van dit relict was voor Frank van Vloten reden om het huis daar te bouwen.’
In december werd bekend dat zowel Otten als Vis een thriller over het Ronde Huis aan het schrijven was. ‘Ik was geschokt toen bleek dat Otten hetzelfde onderwerp, dezelfde titel en vrijwel dezelfde cover had gekozen,’ zegt Vis. ‘Ik denk dat bij hem hetzelfde het geval was. Je werkt je een slag in de rondte en komt tot je verbijstering tot de ontdekking dat iemand anders met precies hetzelfde bezig was. Een krankzinnig toeval, temeer nu beide boeken bijna tegelijk zijn uitgekomen.’
‘Ik sta vierkant achter mijn verhaal,’ vervolgt Vis. ‘Maar er is iets weggenomen: de vreugde die je hebt als je verhaal klaar is en het manuscript naar de drukker gaat. Die vreugde is uniek en nu ik haar moet delen met iemand die – volkomen te goeder trouw, laat daar geen misverstand over bestaan – met een soortgelijk boek komt, is die uniciteit weg.’
‘Het was zo’n krankzinnig toeval, dat mijn enige emotie verbazing was,’ reageert Otten. ‘En wij zijn beiden bodemkundige, nóg een toeval. Verder zag ik vooral kansen. Hoe bijzonder het verhaal over het Ronde Huis ook is, de kans dat ik in mijn eentje mag aanschuiven bij De Wereld Draait Door is te verwaarlozen. Het feit dat twee gerespecteerde auteurs op hetzelfde moment over hetzelfde onbekende, maar opzienbarende onderwerp een boek hebben geschreven, is wel een verhaal dat interessant is voor de televisie. Ik weet het: de kans is klein, maar toch aanmerkelijk groter dan in mijn uppie.’
Ottens uitgeverij Luitingh-Sijthoff was eveneens hogelijk verbaasd. ‘Ook al omdat ze de titel al zo lang geleden had vastgesteld en in de openbaarheid had gebracht.’
De reactie bij Vis’ uitgeverij Ellessy Crime was ‘aanvankelijk laconiek’. ‘Zo een van “het is niet anders”,’ aldus Vis. ‘Maar later, toen bleek dat Luitingh-Sijthoff de titel een maand eerder had gedeponeerd bij ISBN, ontstond een probleem. We hebben een andere titel gekozen. Formeel hoeft dat niet, maar het is een kwestie van fatsoen om het wel te doen als iemand anders dezelfde titel eerder heeft aangemeld. Mijn boek heet nu De Zwarte Duivel. Dat was de naam waaronder de landheer van het Ronde Huis, die in mijn boek Frank van Vliet heet, bekend stond bij zijn ondergeschikten. De tekst is onveranderd gebleven.’
De beide auteurs houden zich op de vlakte als gevraagd wordt waarom het ene ‘Ronde Huis’ beter is dan het andere. Otten: ‘Jacob en ik schrijven goede, spannende en inhoudelijke boeken. Ieder heeft natuurlijk een eigen stijl en verhaaltechniek. En de lezer mag op grond van persoonlijke smaak beoordelen waar zijn of haar voorkeur naar uitgaat.’ Vis bestempelt zijn boek als ‘anders’, omdat de historie er zo’n belangrijke rol in speelt. ‘En welk boek beter is, beoordeelt de lezer, niet de schrijver.’
Otten ziet naar aanleiding van deze affaire wel enige mogelijkheden om met Vis in de toekomst een vorm van samenwerking aan te gaan. ‘Beroepsmatig komen wij uit dezelfde hoek. Wij hebben beiden veel verstand van de bodem. Misschien is dat een onderwerp om het eens samen over te hebben.’
Maar Vis moet er niet aan denken. ‘Ik houd van mijn vrijheid.’
Het Ronde Huis
In de afgelopen jaren zijn diverse artikelen gepubliceerd over het Ronde Huis in Nunspeet. Verhalen van complotdenkers, maar ook van historici. Het ene speculatiever en sensationeler dan het andere. De naakte feiten en hardnekkige geruchten op een rijtje.
Naakte feiten
- Het Ronde Huis was, zoals de naam al aangeeft, een cirkelvormig landhuis dat in de bossen nabij het Gelderse Nunspeet stond. Het is in 1967 afgebroken.
- Frank van Vloten (1858-1930), zoon van de filosoof Johannes van Vloten, kocht in 1893 het landgoed Groeneveld bij Hulshorst. Vanaf 1895 volgt de aankoop van gronden in Nunspeet. In 1902 werd 173 hectare bos en heidelandschap ten zuiden van Nunspeet gekocht. Van Vloten liet vanaf 1906 het Ronde Huis bouwen.
- Het landgoed omvat het gebied tussen station Nunspeet en Vierhouten. Bij de plaats waar het Ronde Huis stond zijn nog de resten van parkaanleg herkenbaar. Vanaf station Nunspeet liep een spoorlijntje naar het Ronde Huis.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het huis in gebruik geweest als werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst. Met zo’n 200 arbeiders werd in het bos gewerkt en werden wegen aangelegd. Op het terrein werd een installatie geplaatst vanwaar V4-raketten werden afgevuurd op de Antwerpse haven. Aan het eind van de oorlog werden er in barakken bij het Ronde Huis evacués opgevangen.
- Na de oorlog raakte het bouwwerk steeds verder in verval. Het huis was in bezit gekomen van Staatsbosbeheer. Tot 1960 werden de barakken gebruikt als woon- of gezinsoord. Van 1961 tot 1966 werden er vakantiekampen georganiseerd. Eind jaren zestig werd tot afbraak besloten.
- Feit is dat prins Hendrik, echtgenoot van de toenmalige koningin Wilhelmina, te gast is geweest in het Ronde Huis. Er is geen enkel direct bewijs dat hij daar aan orgieën meedeed.
Hardnekkige geruchten
- Landeigenaar Frank van Vloten wordt ook wel De Zwarte Duivel genoemd. Die bijnaam zou hij hebben te danken aan het feit dat hij soms op zijn pikzwarte paard door de bossen rond zijn huis reed. Zelf was hij ook in het zwart gekleed en hij droeg een zwarte Spaanse sombrero. Hij zou ook weleens zijn zeer jonge, tweede vrouw (Zwartje genoemd omdat ze uit Nederlands-Indië kwam) op zijn paard hebben meegenomen. Hij dropte haar dan naakt tussen de arbeiders die in het bos aan het werk waren. Ze mochten met haar doen wat ze wilden.
- Er zouden via het smalspoorlijntje jonge meisjes zijn aangevoerd bij het Ronde Huis, die tijdens wilde orgieën werden misbruikt.
- Er zouden in het Ronde Huis heidense rituelen zijn uitgevoerd en meisjes zijn geofferd aan de Germaanse god Wodan. De offers zouden als doel hebben Duitsland succes te bezorgen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Bij deze sessies zouden meerdere meisjes in de ongebluste kalk zijn verdwenen.
- Arbeiders in de bossen bij het Ronde Huis zouden rond 1917 het lijk van een jong meisje hebben gevonden. Haar identiteit is nooit vastgesteld.
- Een uitgraving in het bos bij het Ronde Huis dat nu op privéterrein ligt, zou de vorm van een penis hebben. Even verderop zou een uitgraving in de vorm van een vulva liggen.
Geschreven door Peter Kuijt - https://www.hebban.nl
Ronde Huis in Nunspeet prikkelt fantasie schrijvers
03 februari 2014 | De Stentor
NUNSPEET – Het met mysteries omgeven Ronde Huis in Nunspeet is voer voor spannende boeken. Deze maand verschijnen twee thrillers over het in 1967 afgebroken huis in het Zandenbos, waarover vele bizarre verhalen de ronde doen. Almar Otten uit Deventer, getogen in Heerde, schreef Het Ronde Huis. Lees meer >>
TWEE SCHRIJVERS, ÉÉN TITEL
Spanningsblog
Zou het puur toeval zijn of een gevalletje van bedrijfsspionage? Als thrillerliefhebber ben je natuurlijk geneigd het tweede te denken. Hoe dan ook, feit is dat twee Nederlandse misdaadauteurs op hetzelfde moment met een nieuw boek komen dat dezelfde titel draagt. En dat niet alleen: de locatie waar het verhaal zich afspeelt is ook identiek.
Het gaat om 'Het Ronde Huis', de nieuwe thriller van Diamanten Kogel-winnaarAlmar Otten die in februari 2014 bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff verschijnt en 'Het Ronde Huis' van Jacob Vis, dat in dezelfde maand door uitgeverij Ellessy Crime op de markt wordt gebracht. De titel verwijst naar een cirkelvormig landhuis dat in de bossen nabij het Gelderse Nunspeet in het Zandenbos stond. Het is in 1970 afgebroken, maar sporen ervan zijn nog terug te vinden in het landschap.
Almar Otten
Het landhuis kent een roerige geschiedenis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het in gebruik als werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst. Met 200 arbeiders werd in het bos gewerkt en werden wegen aangelegd. De voedingsofficier van Het Ronde Huis gaf toestemming voor clandestiene voedseltransporten, onder andere voor onderduikers. Op het terrein werd in december 1944 door de Duitse 'Artillerie Abteilung 709' een installatie geplaatst, vanwaar V4-raketten werden afgevuurd op de Antwerpse haven. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werden er in barakken bij het Ronde Huis evacués uit Arnhem en omgeving opgevangen.
Na de Tweede Wereldoorlog raakte het Ronde Huis steeds verder in verval. Het huis was met een deel van het landgoed in bezit gekomen van Staatsbosbeheer. Tot 1960 werden de barakken gebruikt als een zogenaamd woon- of gezinsoord voor de opvang van zwaksociale gezinnen. Van 1961 tot 1966 werd het complex verhuurd aan de Stichting Evangelisch Herstel en Opbouw die er vakantiekampen organiseerde. Eind jaren zestig werd tot afbraak besloten.
Er doen ook geruchten de ronde dat in het begin van de vorige eeuw Dutroux-achtige orgieën werden georganiseerd in het landhuis. In november 2012 verscheen een boek van historicus Hans Schalkwijk waarin hij schreef dat Het Ronde Huis het middelpunt was van een occulte sekte waarbij jonge vrouwen werden geofferd voor Germaanse goden. De elite van Nederland, onder wie prins Hendrik, zou daaraan hebben meegedaan. Schalkwijk deed veertig jaar onderzoek naar de geheimen van het Ronde Huis. Hij baseerde zijn conclusies onder meer op interviews met arbeiders die destijds op het landgoed rond het huis werkten. Veel bronnen deden hun uitspraken anoniem.
In 'Het Ronde Huis' van de in Deventer woonachtige Almar Otten is opnieuw de hoofdrol weggelegd voor historica en bibliothecaris Lineke Tesinga. Zij houdt een lezing over Germaanse mensenoffers. In de weken daarna volgen misdaden die te maken blijken te hebben met gruwelijke rituelen die in de vorige eeuw plaatsvonden in Het Ronde Huis, het jachtverblijf in de Veluwse bossen waar prins Hendrik en zijn gasten gingen jagen. Daar blijkt veel meer gebeurd te zijn dan jagen alleen. Tesinga loopt ernstig gevaar: de grootste misdadiger van destijds is nog in leven.
Jacob Vis
De Kampense auteur Vis schrijft in 'Het Ronde Huis' over de houtskoolbranders Gerrit en Benjamin Jonker en hun jongste zus Geertje die in 1913 ongewild betrokken raken bij de gebeurtenissen in het Ronde Huis, dat eigendom is van landheer Frank van Vloten die tegen grof geld niets en niemand ontziende orgieën organiseert voor hoge gasten.
Honderd jaar later vinden wandelaars bij de resten van het Ronde Huis het onthoofde lijk van een jonge vrouw. Het moordonderzoek brengt commissaris Ben van Arkel en zijn rechterhand Jan Huisman in de gesloten kringen van de Oekraïense maffia waar de geschiedenis van het Ronde Huis een onverwacht en gruwelijk vervolg krijgt.
Volgens Vis is er sprake van puur toeval. ,,Twee schrijvers, een in Deventer, de ander in Kampen, zoeken in de wijde omtrek naar een intrigerend onderwerp en ontdekken gelijktijdig de verhalen over een geheimzinnig (en inmiddels verdwenen) landhuis op de Noord Veluwe, zonder het flauwste vermoeden dat een collega hetzelfde vond. 'Elk voordeel heb z'n nadeel', zei onze bekendste Nederlander ooit. In de wetenschap moet een promovendus zijn these vooraf aankondigen en als iemand, waar ook ter wereld, met hetzelfde bezig is dan gaat het feest niet door. De literatuur is vrij - goddank - maar het kan dus tot deze bizarre situatie leiden. Eén ding is zeker: het Ronde Huis is een boeiend onderwerp.'
zaterdag, december 21, 2013, Spanningsblog